Belangrijkste bevindingen

Uit het onderzoek bleek dat boscertificering in Europa de inkomstenstroom verhoogt. Hoewel de certificeringskosten doorgaans stijgen naarmate het bosareaal groter wordt, stabiliseren ze vaak op grotere schaal, met name door mechanismen zoals groepscertificering. Tsjechië en Nederland laten bijzonder hoge netto economische winsten zien als gevolg van certificering, wat wijst op een effectieve economische exploitatie van bosrijkdommen.

In de praktijk stellen de onderzoekers voor dat boseigenaren en -beheerders hun strategieën afstemmen op bredere economische trends om hun activiteiten te optimaliseren.

Meer dan alleen economische voordelen

Naast winst vermindert certificering ook de risico's op het gebied van milieu, maatschappij en reputatie. Door samen te werken met auditors en belanghebbenden kunnen bosbeheerders potentiële milieu- en maatschappelijke kwesties identificeren, wat helpt bij het beheersen van het reputatierisico voor het bedrijf. Bewijs van deze risicobeperking is vooral belangrijk voor investeerders die positieve sociale en ecologische resultaten en verantwoorde markten voor hout en niet-hout bosproducten willen ondersteunen.

De onderzoekers vonden ook bewijs voor andere gunstige sociale en economische resultaten: certificering kan bosbeheerders in contact brengen met mondiale, op duurzaamheid gerichte markten en voldoen aan de marktvraag naar duurzaam en verantwoord geproduceerde goederen.

Als laatste sluit certificering aan bij belangrijke strategieën en beleidsmaatregelen van de Europese Unie, zoals de verordening inzake landgebruik, verandering in landgebruik en bosbouw (Land Use, Land Use Change and Forestry; LULUCF), waarin wordt uiteengezet hoe de landgebruiksector bijdraagt aan de klimaatdoelstellingen, en de wet inzake natuurherstel, die het behoud van de biodiversiteit en het herstel van ecosystemen ondersteunt.

Methodologie

Onderzoekers Sofia Corticeiro, Gonçalo Rodrigues Brás, Margarida Tomé, Ana Isabel Lillebø en Helena Vieira gebruikten 2020 als referentiejaar vanwege de beschikbaarheid van gegevens. Ze maakten gebruik van openbaar toegankelijke databases voor informatie over totale en gecertificeerde bosgebieden en belangrijke economische indicatoren zoals intermediair verbruik, verbruik van vast kapitaal, bruto toegevoegde waarde en output van bosgerelateerde activiteiten. Ze hielden ook rekening met milieumetrics, waaronder indicatoren voor biodiversiteit en habitatbescherming, langetermijnplannen voor bosbeheer en SDG 15-doelstellingen. De studie had alleen betrekking op certificering van bosbeheer, niet op Chain of Custody-certificering, en maakte gebruik van correlatieanalyse om trends te identificeren en het economisch rendement van gecertificeerde bosbeheerpraktijken te evalueren.

Lees de studie hier.