Hoe plantagebosbouw bijdraagt aan de bescherming van de poema

In Brazilië herbergen de bossen en plantages van Klabin – de grootste papierproducent van het land – heel wat poema’s. De aangeplante bossen vormen samen met stukken natuurlijk bos een mozaïeklandschap, waarbij FSC certificering sterk bijdraagt aan de bescherming van de poema.

Puma (vlamir jose rocha) - in klabin plantage.
Vlamir Jose Rocha
mosaic landcape Brazil (c) Klabin.jpg
Klabin

Vanuit de lucht lijken de bossen van Klabin een ingewikkeld, prachtig mozaïek in alle tinten groen. Dennen- en eucalyptusplantages worden hier afgewisseld met grote stukken natuurlijk bos. Talrijke diersoorten, waarvan sommige bedreigd, zwerven rond over de beschermde paden van de natuurlijke bosgebieden. Onder hen, zo bleek uit de laatste telling, meer dan honderd poema’s (Puma concolor). Zij zijn na de jaguar de grootste katachtigen op het Amerikaanse continent.

Vroeger strekte het leefgebied van de poema van het zuiden van het continent Amerika tot aan de Rocky Mountains ver in het noorden. Tegenwoordig is zijn leefgebied beperkt tot de overgebleven bossen, waaronder de weidse vlakten in het gebied van Klabin. Deze koning van de bergen, ook bekend als bergleeuw of zilverleeuw, voelt zich echter niet gebonden aan de grenzen van het natuurlijk bos. Het hele mozaïeklandschap is zijn terrein.

De bossen van Klabin zijn situeren zich in de Braziliaanse staten Paraná, Santa Catarina en São Paulo. Hun operaties in Paraná werd in 1998 FSC-gecertificeerd, Santa Catarina en São Paulo volgden in 2004 en 2009. FSC-certificering is ook in commercieel opzicht belangrijk voor Klabin: door zijn bossen en plantages volgens de FSC-principes te beheren, onderscheidt Klabin zich van andere spelers op de markt.

Volgens de FSC-criteria dienen de voortplantingsgebieden van zeldzame en bedreigde diersoorten voorafgaande aan de oogst vastgesteld te worden, zodat deze beschermd kunnen blijven. Dat Klabin de criteria serieus neemt, blijkt wel uit twee voorvallen waarin poema’s holen voor hun welpen hadden gemaakt in de aangeplante gebieden – midden op de route van de oogstmachines.

De eerste keer vond plaats op een eucalyptusplantage in Paraná in november 2004. De boswerkers stonden op het punt te gaan oogsten. Verkenners gingen erop uit om de omgeving te scannen. Hier vonden ze twee welpjes van nauwelijks een maand oud, verborgen in een hol. Hun moeder was weg - waarschijnlijk op zoek naar eten. Aangezien welpjes blind worden geboren, zijn ze in het begin van hun leven compleet afhankelijk van hun moeder.

Het oogsten werd onmiddellijk opgeschort en de bemanning trok zich terug uit het gebied. Dit was noodzakelijk, want ook al zijn vrouwelijke poema’s erg beschermend voor hun welpen, er is toch een kans dat de moeder haar kleintjes verlaat als ze mensen ruikt. Gelukkig kwam de moeder twee dagen later terug en nam ze haar welpen mee het bos in.

De tweede keer was een jaar later, dit keer in een dennenplantage. Opnieuw werden er twee welpjes van jonger dan een maand oud gevonden. Opnieuw werden alle oogstwerkzaamheden opgeschort. Na drie dagen kwam de moeder terug naar het hol en nam haar welpen mee.

Poema’s bevinden zich aan de top van de voedselketen en hebben behoefte aan een grote, rustige leefomgeving om te jagen en te overleven. Dat ze zich voortplanten in Klabins bossen is een duidelijk teken van een gezonde leefomgeving. Het vinden van de balans tussen handel en bosbehoud is dan ook Klabins belangrijkste doel, en FSC-certificering maakt dit mogelijk!

Bron en meer informatie: Artikel FSC Internationaal 10/2016